Op 15 november 2019 kwam AIR Platform Brabant voor het eerst bijeen in Sundaymorning@EKWC. De werkbijeenkomst draaide om de diverse vragen die bij het opstarten van een netwerk naar boven komen.
Na de warme ontvangst met koffie en thee, waarbij de mensen achter de deelnemende Artist In Residencies elkaar voor het eerst of opnieuw ontmoetten, was het woord aan voorzitter Ageeth Boermans. Vanuit eigen ervaring vertelde zij twee anekdotes over atelierbezoeken naar aanleiding van het indienen van een subsidieaanvraag voor het deelnemen aan een AIR.
Hieruit bleek dat de kunstenaar, het werkproces en het AIR-programma elkaar inhoudelijk moeten aanvullen, wil de AIR tot een succes gemaakt kunnen worden. Van daaruit maakte zij de overstap naar de gehonoreerde van AIR netwerk Brabant voor Impulsgelden van de bkkc1, welke zijn toegekend voor de komende twee jaar. Vanuit een ‘’warm hart voor plekken die kunnen verruimen’’ komen samenwerkingen tot stand waarin van elkaar geleerd kan worden.
De focus voor de middag werd vastgesteld; het delen van de stand van zaken tot nu toe met betrekking tot het opzetten van de stichting AIR netwerk Brabant, de website en het inzetten van drie werksessies over de onderwerpen professionaliteit, praktische samenwerking en onderzoek.
Esther van Rosmalen, van Witte Rook en één van de initiatiefnemers, gaf een toelichting op de totstandkoming van het AIR netwerk Brabant. Hieraan gingen sinds 2014 een aantal bijeenkomsten vooraf, georganiseerd door bkkc, nu Kunstloc, en TransArtists. Dit werd afgesloten door de werkconferentie ‘Working on the margins’, waar de positie van AIRs, en in het bijzonder die van Brabant, centraal stond in relatie tot een internationaal perspectief. Hiermee ontstond het inzicht dat er een gezamenlijke behoefte en belang is. Dit spitst zich onder andere toe op het creeëren van zichtbaarheid, bekendheid en (structurele) ondersteuning. AIRs waarborgen een groot deel van de continuïteit van het kunstenaarschap.
De eerste prioriteit van het AIR netwerk was de zichtbaarheid, niet alleen voor het publiek want ook werd duidelijk dat deze bijzondere instellingen door beleidsmakers volledig over het hoofd worden gezien. Er werd een regioprofiel opgesteld door de Provincie waarin de aandacht voor de werkplaatsen, experimentele plekken en AIRs minimaal was. Daar is vanuit het AIR netwerk op gereageerd en nu worden in de definitieve versie, in zowel het programma Talentontwikkeling als Internationalisering, AIRS benoemd als respectievelijk ‘sterke basis voor talent (..) en internationale uitwisseling middels artist-in residence programma’s’ en onderdeel van presentatie-instellingen en podia2.
Inmiddels is AIR netwerk Brabant ondergebracht in de gelijknamige stichting. Deze bestaat uit een bestuur, een stuurgroep en de deelnemende AIR programma’s. Het bestuur bestaat uit Ageeth Boermans en Marjolein van de Ven. Voor het bestuur word nog gezocht naar bestuursleden en een penningmeester, die zelf geen lid kan zijn van het netwerk. Aanmeldingen of voordrachten vanuit het netwerk zijn van harte welkom. De stuurgroep, bestaande uit Ron Dirven (Van Gogh AIR Zundert), Astrid Cats (TAC Eindhoven), Koen Dijkman (De Fabriek) en Esther van Rosmalen (Witte Rook), vormt het aanspreekpunt van de stichting en focust zich op alles wat met de organisatie ervan te maken heeft. De aanwezige AIR programma’s (Daglicht/Beeldenstorm, Gastatelier LeoXIII, Sundaymorning@EKWC, AnnAtopiA/de Boshut, het Atlas initiatief, Baltan Laboratories, Ecodorp Boekel en de SeaFoundation) hebben allen de intentie uitgesproken om deel te nemen aan het netwerk, anderen komen kennismaken en verkennen welke mogelijkheden er voor hen zijn (Tante Netty, Mariengaarde, Park Tilburg en Stichting Andres Schotel). Hoewel de stichting nu loopt onder de noemer AIR netwerk Brabant moet de definitieve naam nog vastgesteld worden. De deelnemers werd gevraagd hierin mee te denken en hun voorstel op te schrijven op de daarvoor bestemde papieren.
De komende twee jaar wordt er ingezet op een onderzoek naar de aard en functie van AIRs en het bouwen van een website voor meer zichtbaarheid. Deze middag en eerste bijeenkomst is bedoeld om door middel van werksessies, inhoudelijk en praktisch met elkaar op één lijn te komen. Het is van belang dat als netwerk helder te hebben, ook omdat de volgende bijeenkomst publiek toegankelijk zal zijn. Ron Dirven nam hierop woord om te spreken over de te bouwen website. Hiervoor hebben Ron en Esther samen met de ontwerpers van Het Echte Werk om de tafel gezeten en inmiddels heeft laatstgenoemde hiervoor een plan van aanpak opgesteld. Dit plan is ontstaan op de voorwaarden die ingebracht zijn door de stuurgroep. Het kerndoel van de website is het zichtbaar maken van de AIRs, het geven van overzicht waarin duidelijk word welke kunstenaars werkzaam zijn bij de AIRs en welk werk er ontstaat. Ook is er nagedacht over de doelgroep, waarvoor twee persona’s zijn samengesteld. Het bereiken van kunstenaars én vindbaarheid voor diverse media spelen daarin een hoofdrol.
De input van de website zal vanuit het netwerk komen, er word gekeken naar opties om ‘automatisch’ te publiceren vanaf de eigen websites van de diverse AIRs. Deze worden dus gekoppeld en zo ontstaat een online netwerk. Hierdoor zal de continuïteit en actualiteit van de website gegarandeerd worden. De output zal te lezen zijn op de website en gedeeld worden op de social media van de betrokken AIRs. Verder word er een nieuwsbrief opgesteld vanuit de items die op de website verschijnen. Het laatste punt dat met de websitebouwer besproken is betreft de vormgeving van de website. Hierbij worden diverse websites ter inspiratie aangedragen. Er word gestreeft naar de eenvoud van websites als witterook.nu en transartists.org, de directheid van de AIR BnB-website, de verkenbaarheid van nomadlist.com en de stijl van de website van het Hong Kong International Photo Festival.
Naar aanleiding van bovenstaande zaken ging Ron over naar het voeren van een plenaire werksessie die ongeveer een kwartier duurde. In deze sessie komen diverse vragen naar boven die gezamenlijk besproken worden zoals: ‘’de doelgroep faciliteerders, is niet genoemd maar is deze vertegenwoordigd?’’ Hierbij denkt de vraagsteller aan sponsoren, subsidiënten, bedrijven en particulieren die willen financieel of materieel willen bijdragen aan het netwerk. Deze kan een vermelding op de website aangeboden worden als tegenprestatie. De slagkracht qua communicatie bij de deelnemende AIRs varieert, hoe gaan we hiermee om?
Het netwerk gaat er vanuit dat, hoewel sommige AIRs een communicatie medewerker hebben en andere deze taak als één van de vele uitvoeren, het praktische aspect ervan overstegen word door de eigen noodzaak om de website te vullen en up-to-date te houden. Alle AIRs hebben baat bij een degelijke, gedeelde en actuele website. Dit is een kernwaarde voor het ontwikkelen van het netwerk.
Word er redactie gevoerd over de posts, en zo ja, wie neemt deze op zich?
Er word unaniem aangegeven dat het goed zal zijn als één persoon de redactie op zich neemt. Deze zal ook inhoudelijk kijken naar de aangeleverde teksten. Wie dit gaat worden en of daar budget voor is, is nog onduidelijk. Wat zijn voor ons belangrijke waardes met betrekking tot de website? Flexibiliteit om actualiteit bij te houden, overzicht, internationale vertegenwoordiging, uitgenodigd worden om te ontdekken, vaste informatie over de instellingen moet vindbaar zijn, bereik moet worden gemeten en inzichtelijk gemaakt worden voor de deelnemende AIRs. Hierbij word gevraagd in overweging te nemen om een RSS-feed in te stellen, zoals bijvoorbeeld trendbeheer.com daar gebruik van maakt. Hoe regelen we dat de website bijdraagt aan internationalisatie van de AIRs?
Engelse teksten aanbieden word als noodzakelijk gezien. Er werd gediscussieerd over het aanbieden van de website in twee talen (NL/ENG). Diverse deelnemers zien een Engelstalige website als prima optie. Daaruit komt de vragen voort wie de content gaat vertalen en controleren en hoe we deze persoon gaan vinden en betalen. Er word geopperd dat het Regioprofiel internationalisatie belangrijk vind, en dat zij dit initiatief daarom zullen willen ondersteunen.
Hoe regelen we dat de website bijdraagt aan internationalisatie van de AIRs? Engelse teksten aanbieden word als noodzakelijk gezien. Er werd gediscussieerd over het aanbieden van de website in twee talen (NL/ENG). Diverse deelnemers zien een Engelstalige website als prima optie. Daaruit komt de vragen voort wie de content gaat vertalen en controleren en hoe we deze persoon gaan vinden en betalen. Er word geopperd dat het Regioprofiel internationalisatie belangrijk vind, en dat zij dit initiatief daarom zullen willen ondersteunen. Hoe gaan we deze website bekostigen, hoe denken we bijvoorbeeld over advertenties?
De komende twee jaar zullen we hiervoor gebruikmaken van de Impulsgelden die bestemd zijn voor de communicatie. Advertenties worden als optie voor later gezien, mits deze inhoudelijk aansluiten bij de website.Wat maakt de website en het netwerk succesvol voor de deelnemers? Hierop worden, vindbaarheid door kunstenaars, publiek en media en bezoekersaantallen genoemd. De vindbaarheid voor de laatste groepen zal gemeten worden aan bijvoorbeeld aanmeldingen voor de AIRs of vragen van journalisten.
In het kader van internationalisering en het opzetten van een netwerk is Daniëlle van Zuijlen als gastspreker aanwezig. Zij verteld vanuit haar ervaringen in Gent (BE) over de lege ruimte die daar tussen de musea en de kleine kunstinitiatieven ontstaan is. Om tussenstappen te creëren is samenwerking met beide gezocht. Het samen doen in plaats van alleen op discursief niveau te spreken heeft veel gebracht. Zo vormde het samen opzetten van een AIR en het organiseren van een route die diverse kunstgroepen die van gebruik maken van de openbare ruimte verbind een praktische invulling gaven een stevige kennismaking en gedeeld publiek. Hierdoor zijn de diverse kwaliteiten en werkwijzen bij alle deelnemers goed in beeld gekomen, wat ruimte bied voor voortgezette of nieuwe samenwerkingen.
Een voorbeeld daarvan is de in januari 2019 te openen Kunsthal Gent, waar 6 AIRs per jaar zullen plaatsvinden. Vanuit het beleid word kunst naar de rand van de stad verplaatst en groeit de vraag van het belang van kunst voor de buurt, in plaats van andersom. Hier speelt de Kunsthal op in. Tegelijkertijd gaat deze ook functioneren als ondersteuning van de hedendaagse kunsten en kunstenaars in de stad. Op deze plek zal naast de AIRs een presentatieprogramma worden opgesteld door enkele vaste en diverse wisselende kunstenaarsinitiatieven uit Gent. Als tip voor AIR netwerk Brabant gaf Daniëlle mee dat het visuele aspect letterlijk helpt om meer zichtbaarheid en inzicht te creëren. Zij deelde kort haar ervaringen met het maken van een documentatie van diverse instellingen en makers. Dit werkt als visitekaartje en vormt een archief.
Tijdens de rondleiding door onze gastlocatie, die verzorgd werd door onze gastheer Ranti Tjan, kregen we inzicht in de selectiemethode, financiering en het werk dat gemaakt word door de diverse kunstenaars en vormgevers tijdens hun 16-weekse AIR bij Sundaymorning@EKWC.
Astrid Cats verzorgde een korte inleiding op de drie werksessies die aansluitend van start gingen. De werksessies hebben als doel het formuleren van uitgangspunten voor AIR Netwerk Brabant. Op basis waarvan gaan we van start? Als afronding daarvan vond een plenaire terugkoppeling plaats.
Professionaliteit
Onder leiding van Ron Dirven vertrok de werkgroep ‘Professionaliteit’ richting een atelier. De kernvraag hierbij was wat we onder professionaliteit verstaan, zodat we deze definitie kunnen inzetten bij het beoordelen van de aanmelding en toelating van nieuwe AIRs tot het netwerk.
Iedereen stemde ermee in, dat het doel van de AIR moet aansluiten bij waar het netwerk voor staat: het bieden van een tijdelijke werkplek voor experiment aan professionele kunstenaars uit alle disciplines en amateurs of studenten mits deze de ambitie hebben professioneel kunstenaar te worden. Een eventuele commerciële inslag van de organisatie moet hieraan onderhevig zijn (gericht op de ondersteuning van de beeldende kunsten). Wat betreft de professionaliteit van de organisatie werd geconcludeerd dat AIRs op zeer diverse manieren worden aangeboden. Leidend voor toelating tot het netwerk is het programma dat de AIR aanbied: is er continuïteit, welke kunstenaars komen er en onder welke randvoorwaarden word er gewerkt.
Onder randvoorwaarden wordt verstaan: het vragen van een bijdrage van of uitbetalen van een fee aan de kunstenaar, het bieden van een tijdelijke werkplek waarbij de omgeving van die plek een aantoonbare rol in het werkproces van de kunstenaar inneemt, in ieder geval tijdens de AIR, het aanbieden van een verblijfplaats voor de kunstenaar is een pré, gericht op een zo intensief mogelijk gebruik van de AIR.
Praktische samenwerking
De inhoud van deze werkgroep, verzorgd door Astrid Cats, draaide om praktische aspecten van AIR netwerk Brabant. Er werd afgetrapt met de vraag: Waarom dit netwerk? Zoals al eerder benoemd vooral om hier te zijn en elkaar te (leren kennen) als AIRs. Samen werken we aan de zichtbaarheid van de AIRs zelf, zowel richting kunstenaars en media als publiek en beleidsmakers.
Als netwerk kunnen we naar elkaar doorverwijzen, waardoor we als AIRs plaatsen zijn waar de kunstenaar altijd verder kan komen. Het streven is om het netwerk ook als keurmerk in te zetten, hierdoor garanderen we kwaliteit en kunnen we ook extern kennis delen. Door onderling kennis te delen over bijvoorbeeld financiën en mogelijkheden voor makers zouden we gezamenlijke aanvragen bij het Mondriaan en andere fondsen in kunnen dienen.
Er is gesproken over het samen uitvoeren van projecten, dat zou bijvoorbeeld een AIR-week kunnen zijn waarbij de resultaten getoond worden tijdens de jaarlijkse Dutch Design Week in Eindhoven. Vanuit de Brabantse context is internationaal opereren ook op deze manier mogelijk. Dit is lastig te vangen in een naam. Deze mag meer diepgang hebben en specifieker zijn dan bijvoorbeeld Transartist.
Onderzoek
Wat zou het doel kunnen zijn van een gezamenlijk onderzoek en hoe geven we dat vorm? Esther van Rosmalen leidde de werksessie over onderzoek. Is het onderzoek bedoeld om richting te geven of te verantwoorden? AIRs worden op dit moment soms uitgesloten van subsidieregelingen. Dit wijten we aan een onvoldoende begrip van de inhoud ervan bij de subsidiegevers. Deze positie moet dus verbeterd worden.
Kunnen we het inzetten om het beleid mee te voeden zodat wij verder kunnen? Voor wie doen we het onderzoek? Het onderzoek kan helpen bij het vooruit kijken. Het geven van bekendheid aan de AIRs bij jong talent is noodzakelijk, het Mondriaanfonds is daarbij een belangrijke bron van informatie. Vanuit de AIRs gedacht zijn bezoekersaantallen niet van belang, de kunstenaar en zijn/haar werkproces staan centraal en de AIR heeft daarin een dienende functie. Vanuit deze gedachte kunnen alumni en docenten ook een gedeelte van het onderzoek naar AIRs op zich nemen of resultaten en opgedane inzichten delen.
Meer inhoudelijk werden vragen gesteld over de richting die het onderzoek kan inslaan. Het netwerk denkt dat AIRs steeds belangrijker worden voor het kunstenveld. Dit willen ze graag aantoonbaar kunnen maken. Wat is de waarde van een residentie? Waarom doet de kunstenaar mee? Kan onderzoek een middel zijn om de positie van de AIRs te bevragen?
Op welke manieren worden AIRs nog meer ingezet? Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan Google, dat als bedrijf een AIR aanbied. Hoe wordt er, ook buiten de eigen cirkel, naar de functie van een residency gekeken? Geconcludeerd word dat het onderzoek in ieder geval moet bijdragen aan het versterken van het bestaansrecht van de AIRs.
Auteur Jorieke Rottier