Niet iedereen is bekend met het fenomeen Artist in Residence. Wat houdt dit in, hoe kun je ze vinden en wat betekent het voor je als kunstenaar om hieraan deel te nemen? In 1997 is TransArtists opgericht, een kenniscentrum dat niet alleen over de Artist in Residence programma’s (AIR) in Nederland informeert maar ook wereldwijd. Behalve het faciliteren van informatie analyseren zij ook de ontwikkelingen rondom deze AIRs zoals de toename hiervan en de positie die deze innemen, niet alleen in het kunstenveld maar ook ten aanzien van maatschappelijke kaders. Dutch Culture | TransArtists organiseert hiervoor een reeks van symposia die dankzij de continuering inspelen op de veranderende aspecten.
Voor kunstenaars is het van belang dat er plekken zijn waar ze niet alleen exposeren en produceren, maar waar ook ruimte is voor experiment en reflectie. AIR-programma’s voorzien in een omgeving van rust maar ook ontmoeting door de (inter)nationale netwerken. De onderlinge diversiteit en al dan niet meetbare effecten van dergelijke organisaties werd nader belicht tijdens AIR for Experiment (Delft 2016). In deze eerste bijeenkomst werd in het bijzonder het organisatiemodel, en haar intrinsieke kernfunctie: ruimte creëren voor experiment, van AIRs en kunstinitiatieven, nader beschouwd.
Een generaliserende conclusie naar aanleiding van dit symposium is, dat de waarde van deze eigenzinnige initiatieven weliswaar in het circuit bewezen is, maar ten aanzien van fondsen en overheden zij nog op weerstand stuiten. Er ontstaat een tegenstelling tussen het feit dat de initiatieven die zich met AIR-programma’s bezig houden nood hebben aan financiële versterking, wat vraagt om een zekere structuur en bureaucratie die hen in competitie plaatst met grotere en meer presentatie gerichte instellingen. Juist de wendbaarheid in aanpak, de kleine schaal en experimentele structuren voor productie en presentatie binnen de context van de kunstenaarspraktijk is wat hen interessant maakt. Wat zoveel wil zeggen als dat er nog geen gangbaar model is binnen de huidige financieringsstructuren om deze bevlogenheid te formaliseren tot een toetsbaar gegeven.
Wat is er veranderd in de afgelopen twee jaar? De werkconferentie Working on the margins, die op 29 maart 2018 plaatsvond bij bkkc (heden Kunstloc) Tilburg, legde de focus op de situatie van AIR programma’s in Noord-Brabant en bracht die in relatie tot internationale perspectieven. De organisatorische problematiek en financiering, zoals eerder uiteengezet in Delft, is niet veranderd, lees verbeterd, maar wat wel opvalt is dat de discussie met name in Brabant zich heeft verlegd naar inhoudelijke aspecten zoals wederkerigheid en zichtbaarheid om de eigen positie te bepalen. Kunsthistoricus Mariska van den Berg zette, voorafgaand aan haar essay Performing the margins, nauwgezet uiteen dat hoewel werkvorm en organisatie van AIRs verschillen vrijwel alle AIR-programma’s zich bewust zijn van aspecten zoals; wederkerigheid, deel uitmaken van het kunstecosysteem en de mogelijkheid voor de kunstenaar om zich te focussen op het eigen werk. Aspecten die geenszins de interactie met het maatschappelijke domein uit de weg gaan maar vanzelfsprekend relaties leggen met de omgeving.
In de paneldiscussie werden deze aspecten vanuit verschillende posities belicht te weten beleid (wethouder Marcelle Hendrickx van Tilburg), fondsen (Mayke Jongsma, Mondriaanfonds) en werkveld (Bas van den Hurk, Leo XIII). ‘Dit betekent wel een spanningsveld tussen zichtbaarheid genereren en de benodigde tijd en rust voor concentratie bewaken, die nodig is om tot nieuwe werkvormen te komen.’
Maar ook wat de betekenis is van de marge is waarin AIRs zich bevinden. Expanded curator Yasmina Reggad beschouwde dit gegeven als een bijna fysieke aangelegenheid. Je positie bepaal je zelf en vanuit deze plaatsbepaling kun je beschouwen hoe je je als ‘kleine’ organisatie kunt verhouden tot het geheel van het kunstenveld. Een inzicht dat zij illustreerde met ‘A sheet of printed-paper where the margin is used to make notes and to comment. This also clarifies the position of AIRs as a place where is still room for creativity, thoughts and experiment, before it is rendered to be exposed to the outside world. ‘
Dat vraagt ook om het anticiperen op een veranderende rol van de kunstinstelling ten opzichte van actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Evi Swinnen, van Timelab Gent, gaf inzicht in hun aanpak om de traditionele werkvormen in de kunsten te herzien en hun AIR programma te transformeren in een coöperatief genootschap. Het belang van het individu wordt zo gerelateerd aan een groter geheel om te komen tot nieuwe werkvormen die zelfs leiden tot nieuwe financieringsvormen. ‘We moeten uit ons beheerste denken stappen en een vocabulaire ontwikkelen om een nieuwe manier van werken in de kunst te realiseren. Dat sluit subsidie niet uit, maar het mag geen hindernis zijn om kritisch te zijn op wat wederkerigheid inhoud. Bepaal je eigen definitie van prestatie. Een oproep tot activisme! ‘
Het is dan ook niet toevallig dat er onlangs een beweging is ontstaan in Noord-Brabant om met de vele AIR programma’s die de provincie rijk is een netwerk op te bouwen. Zowel grote als kleine organisaties hier ondervinden hetzelfde probleem, namelijk dat hun inspanningen weinig weerklank vinden bij beleidsmatige krachten. Artist in Residence zijn tenslotte geen publiekslievelingen en laten zich ook niet in die context definiëren, hun publieksbereik is uitgesteld en vaak voorbehouden aan organisaties en instellingen die meer de focus op presentatie leggen. Met een kleine groep van deze AIRs (De Fabriek en TAC Eindhoven, Van Gogh Artist in Residence Zundert en Witte Rook Breda ) is het initiatief genomen om een netwerk te vormen om deze vicieuze cirkel te doorbreken en zelf de definities te bepalen om hiermee de dialoog met politiek en beleid aan te gaan. Met ondersteuning van sundaymorning@ekwc, Daglicht en Beeldenstorm, Leo XIII, het Atlas initiatief, Baltan Laboratories, Annatopia/ de Boshut, Ecodorp Boekel en de SeaFoundation streeft het AIR netwerk Brabant naar kennisdeling, zichtbaarheid en de waardering voor hun aandeel in het Brabantse ecosysteem van de kunst.
Gedreven door avontuur, en vaak omwille van de noodzaak van het koesteren van een bijzondere maar kwetsbare positie. Dit vraagt om wendbaarheid, vindingrijkheid en tegendraadsheid waarin de potentie schuilt voor nieuwe esthetische en sociale praktijken in de kunst en de samenleving.’
Heidi Vogels DutchCulture | TransArtists
Auteur Esther van Rosmalen