Back to overview

Is Noord-Brabant de ontwikkelregio voor de kunsten, en hoe werken al de verschillende instellingen daarin samen zoals werkplaatsen, presentatie-instellingen en Artist in Residence programma’s? Met een busreis, verspreid over twee dagen, werden verschillende bijzondere locaties bezocht en inzichtelijk gemaakt op welke wijze ieder invulling geeft aan de dynamiek van het culturele veld in deze provincie.

Op dinsdag 12 november start de Roadtrip in Tilburg bij Kunstloc Brabant. De moderator van deze dag, Nils van Beek, nodigt de aanwezigen uit om plaats te nemen op het trappenlandschap van de Lochal. Anneroos Goosen van Literaire organisatie Tilt (Tilburg) vertelt kort over hun wens om een connectie te maken tussen schrijvers en hun omgeving, wat resulteerde in het opzetten van een Writer in Residence-programma. Als eerste nodigden zij Ilja Leonard Pfeijffer voor hun festival uit, wat meer opleverde dan een mooie uitgave. Zijn aanwezigheid als schrijver in de omgeving bracht veel ontmoetingen en verhalen teweeg. Een lijn die ze voortzetten op verschillende locaties en ook met bedrijven middels het residentieprogramma Tilt Inc.

De tweede plek die we bezoeken, eveneens in Tilburg, is Gastatelier Leo XIII, waar Hanneke Bedaux ons welkom heet samen met Gilly van Zanten, die nu hier een residentie heeft. Het Gastatelier zit een beetje verscholen, maar is zoals wel vaker in Tilburg, een oase van rust in een woonwijk. Leo XIII is in 1995 ontstaan toen verschillende kunstenaars het gebouw in gebruik namen als atelier en woning. Alleen de aula kreeg een bijzondere bestemming namelijk als Artist in Residence voor die kunstenaars die zich richten op de voortzetting van de 20e eeuwse avant-garde, en waarbij onderzoek centraal staat. Hoewel rust en concentratie op deze plek belangrijk is treedt Leo XIII ook regelmatig naar buiten door veel over hun programma te publiceren op hun website, in Metropolis M en sociale media. Sinds twee jaar werkt de resident samen met een curator om als duo het proces van de van de werkperiode te doorlopen wat een theoretische verdieping en positionering geeft van het kunstenaarschap in de huidige tijd, gevolgd door een presentatieweekend. Maar ook wordt er samengewerkt met bijvoorbeeld het kunstvakonderwijs en collega instellingen zoals Kunstpodium T. 

Linda Köke van Kunstpodium T vertelt hoe dit platform ontstaan is in 2007 vanuit de behoefte om aansluiting te creëren met de studenten van Fontys in Tilburg. Het begon met een leerling-meester programma, wat zich steeds meer uitbreidde naar andere academies, in Brabant, Nederland en daarbuiten. Logischerwijze ontstonden zo andere projecten om jonge kunstenaars te ondersteunen in hun beroepspraktijk, zoals bijvoorbeeld praktische zaken aan bod te laten komen in het programma ART part of het jaarlijkse Day of the Young Artist, waar een curator aan de hand van een actuele vraagstelling diverse professionals uitnodigt om hun kennis te delen met jonge kunstenaars.

De bus vervolgt de Roadtrip naar Oisterwijk en Sundaymorning@ekwc waar Ranti Tjan de aanwezigen verwelkomt met een lunch. Daarna geeft hij een rondleiding door de indrukwekkende ruimtes van het internationale keramisch werkcentrum. Overal is over nagedacht, waar het wel leuk moet zijn, de gezamenlijke keuken, en waar niet, de sobere werkplek, want dan werk je pas echt en dat is goed. Het kost veel geld om hier te werken, maar hier zijn dan ook de beste experts te vinden en openheid over de kennis die verworven wordt door de residenten, waarvan er zestien tegelijk kunnen wonen en werken. En ook daar is over nagedacht, de selectie begint met aanvragen die ze vanuit de hele wereld ontvangen en welke beoordeeld worden met een eenvoudig maar veelbelovend uitgangpunt: dat het een onmogelijk plan is. Waarom? Anders ontstaan er geen nieuwe dingen. Hoe vanzelfsprekend het lijkt dat EKWC hier is, het bleek een behoorlijke krachtsinspanning om hier te komen want bij het aantreden van Ranti was het belang van EKWC een beetje vergeten, zelfs de naam werd verkeerd gespeld. Ze verlieten Den Bosch om het avontuur aan te gaan in deze oude fabriek die perfect is op de vloer na, dat was de grootste investering. En de naam Sundaymorning? Die is te danken aan het nummer van de Velvet Underground, zomaar dus.

Vanuit Oisterwijk naar Breda met als eerste stop Witte Rook, een Artist in Residence die letterlijk op de grens ligt van het intieme van een wijk en de hectiek van de grote stad. Kunstenaar Aalt van de Glind vertelt over zijn residency en fotografisch onderzoek waarvoor hij ter plaatse een doka heeft geïnstalleerd. Witte Rook, bij monde van Esther van Rosmalen, ziet behalve de fysieke plek ook mogelijkheden voor het gebruik van de online ruimte, als platform waar kunstenaars en collega-instellingen het verhaal over hun proces delen. Daarnaast is het ook een plek waar nieuwe vormen van kunst kunnen ontstaan juist omdat ze fysiek ongebonden zijn. Zo komen ook weer nieuwe samenwerkingen tot stand zoals bijvoorbeeld die met ruimteCEASUUR in Middelburg komend jaar. Hier zullen een jaar lang kunstenaars door Witte Rook worden uitgenodigd om hun werk en de relatie met online mogelijkheden te onderzoeken.

We sluiten de dag af bij Stedelijk Museum Breda, Dingeman Kuilman introduceert hoe het zich als jongste stadsmuseum van Nederland opnieuw heeft moeten uitvinden na de opheffing van twee eerdere musea. Een bevinding in dit proces is dat er weer onvoorwaardelijk voor de beeldende kunst moest worden gekozen. Enerzijds omwille van de grote kwaliteit aan kunstenaars die hier wonen en werken of zich verbonden voelen met de stad en hun behoefte aan een institutioneel podium, anderzijds vanwege de personen en organisaties die de beeldende kunst en kunstenaars met woord en daad ondersteunen. De huidige tentoonstelling ‘De heks van Dongen’ is gemaakt in samenwerking met gastcurator Ron Dirven. Hij is ook directeur bij het Van Goghhuis en Van Gogh AIR, beiden in Zundert, die als partner fungeerden bij de flankerende tentoonstelling met eigentijdse kunstenaars “Dongen Revisited’. De verbinding tussen de cultuurgeschiedenis van stad en regio en eigentijdse kunst is voor Stedelijk Museum Breda een belangrijk uitgangspunt.

In de aansluitende discussie, geleid door Nils van Beek, wordt gesproken over de noodzaak die organisaties hier voelen om het kunstenklimaat op een positieve activistische wijze te benaderen. Samenwerking, zoals Meike Veldhuijsen van KOP aangeeft, in een stad is belangrijk om vooral jonge kunstenaars, waar zij zich op richten het gevoel te geven dat er ook voor hen een plek is. Niet afwachten, maar zelf de urgentie stellen voegt Anthonie Peeters van Club Solo toe, toen Lokaal 01 wegviel was er een gemis aan presentatieruimte, met name voor de mid-career kunstenaar, en ontbrak er een connectie met buitenaf, maar het stadsbestuur zal dat niet vullen, dat moet je als kunstenaar zelf doen. En dan moet je ook andere wegen bewandelen die je in aanvankelijk niet voor ogen hebt als organisatie, dan moet je de politiek mobiliseren, maar wel zelf de regie houden. Club Solo heeft samen met Witte Rook een debat en een gesprek georganiseerd op de inhoud, om politici een spiegel voor te houden dat ze zich wel moeten verdiepen in de materie waar ze over beslissen. Theo Andriessen van Breda Photo onderschrijft dat een stad moet investeren in klimaat en talent, waarbij zij dat doen door via een international talentprogram jonge fotografen van over de hele wereld hierheen halen. Een situatie die Marieke Habraken-Meijers van AnnAtopiA / De Boshut niet kent in het relatief rustige Baarle waar deze residency verscholen in het bos ligt. Waar kunstenaars zich helemaal buiten de hectiek van de stedelijke druk kunnen verplaatsen. De eerste dag van Roadtrip is hiermee ten einde en zal op 14 november 2019 vervolgd worden.

Auteur Esther van Rosmalen – Redactie Kyki Vermaire – Fotografie Tim Meijer