Back to overview

“Een resident is een maker die zich tijdelijk verhoudt tot een andere plek,” begint Wessel Verrijt over zijn residentie bij United Cowboys, een “Art House and Dance Performance Company.” 

Wessel wil dat dit interview een connectie maakt met wat er binnen de muren van het Arthouse afspeelt. We zitten op een klein houten tribune in zijn rechthoekige ruimte. Deze is twee verdiepingen hoog en verlicht door theaterspots aan het plafond. Recht onder deze spots krijg ik een kop thee aangeboden. Vanaf de tribune kijken we uit op een donkere theatervloer waar metershoge objecten geïnstalleerd staan. Door hun lichamelijkheid en materialiteit, en de bezieling waarmee Wessel over ze praat, vormen zij het publiek van ons gesprek. Sommigen zijn zo hoog als de ruimte zelf, anderen zijn compact en laag. Ze bestaan uit bouwmaterialen, stokken, karton, schuim. Kleurrijke doeken geven het idee van zeilmasten maar ook van ritualistische objecten. Om de relatie van Wessel tot deze personages te begrijpen, vraag ik of ze een naam hebben.
“Ze hebben geen naam, omdat ik vertrek vanuit een soort van tussenruimte. Wanneer ze een naam zouden krijgen, zouden ze één ding worden met een geschiedenis. Dat belemmerd hun openheid en die openheid vind ik juist zo interessant. Het is aan jou om dat in te vullen.”

filmstill Wessel Verrijt

De objecten voor ons op het podium vormen zowel het werk als de onderwerpen van de films die Wessel toont. Wessel noemt ze afwisselend sculpturen, architectonische voertuigen, personages en entiteiten. Daarnaast zijn het collages uit de achtergelaten materialen van de stad Eindhoven. Op vrijdag komt de stadswagen om karton op te halen en Wessel doet zijn ronde voordat het weg is. Ook zeil, stokken, piepschuim, hout en staal komen opnieuw tot leven in Wessel’s studio, “door materialen te verzamelen en bij elkaar te brengen ontstaat er een ecosysteem van wat anders geen aandacht meer zou krijgen. Bovendien zeggen deze materialen iets over de omgeving.” Verspreid over de tribune liggen kleurrijke schetsen van allerlei sculpturen die al dan niet in volledige vorm aanwezig zijn, “soms teken ik ze wel tien keer.” Om een relatie te krijgen tot de verschillende entiteiten tekent hij ze, zo probeert hij hun vorm en functie te internaliseren.

Wessel bouwt echter aan de sculpturen voort, bouwt nieuwe, en breekt af. Sommige onderdelen blijven, anderen vallen weg. Geen voorstelling is hetzelfde en geen vorm is heilig. Deze beweging van op- en afbouw verklaart zijn nadruk op de fluïde identiteit van zijn sculpturen. Wessel creëert een organisch gezelschap dat zowel letterlijk als figuurlijk in beweging blijft. Wessel wijst naar de onderkant van zijn sculpturen. Hun mobiliteit is niet alleen conceptueel, maar ook letterlijk. Elk personage staat op wielen en kan bemand worden, “het zijn ook kostuums.” De kostuums zijn geen comfortabele kostuums, maar zijn beperkt in hun draagbaarheid. Comfort is niet het doel en de belemmeringen leveren spannende effecten op, “het zijn kostuums van een onmogelijke dans.” Met die dans wil Wessel je niet meenemen in een verhaal, maar je desoriënteren. Desoriëntatie dient hier als de kritische kracht die de patronen van een ritueel bloot legt. In dit geval is dat ritueel die van een performance. 

Niet alleen het werk telt, ook het publiek, de ruimte, de tijd en de context is belangrijk.

Wessel vertrekt vanuit de ideeën en principes van de scenografie, maar beweegt eigenlijk telkens weg van de vaste kaders die hierbij horen. Hij bouwt de personages, het decor, de rekwisieten en beschouwd dit als een totaal-installatie. Zijn personages zijn niet alleen de protagonisten in een narratief, zij zijn ook bijfiguren in het geheel van een installatie die het theatrale onderzoekt, “niet alleen het werk telt, ook het publiek, de ruimte, de tijd en de context is belangrijk.” Als voorbeeld noemt hij de tribune waar wij op zitten, “de tribune is een oriënterend gegeven, het geeft het publiek een bepaalde rol. Ik wil die rol onderuit halen.” Tijdens zijn residentie wil Wessel met deze oriënterende kaders spelen, “ik vind het daarom erg inspirerend om bij United Cowboys drie maanden lang te werken binnen een werkelijk theater en performance ruimte. Hier heb ik de beschikking tot een theatervloer, balkons, licht en geluid. Daarnaast heb ik nu de kans om met de artistieke leiders van UC, Maarten van der Put (concept, regie, vormgeving) en Pauline Roelants (choreografie), mijn werk te bespreken.” United Cowboys heeft een lange traditie met het oprekken van de principes van het theater en performance. 

Naast binnenoptredens gaat de verzameling mobiele sculpturen de straat op. Wessel organiseert performances in de publieke ruimte. Dit rondtrekkende ongewone gezelschap wordt ook wel vergeleken met een kermis die van plek naar plek beweegt. Ik moet denken aan het Carnivalesque. Het Carnivalesque kreeg door de Russische literatuurwetenschapper Mikhail Bakhtin betekenis als een stijl die een bevrijdende functie heeft. Door middel van overdrijving wordt bijvoorbeeld de spot gedreven met tegenstellingen zoals goed en kwaad, rijk en arm. Zoals het begrip al suggereert zit de culturele functie van carnaval in het begrip verborgen. Meer dan puur volksvermaak, waren carnavalsoptochten middelen om de feudale en religieuze elite te kijk te zetten, om daarmee de gevestigde orde aan te spreken. Binnen de katholieke omgeving van Eindhoven, krijgen Wessel’s mobiele sculpturen een soortgelijke functie. Welke hedendaagse maatschappelijke kaders eventueel aangesproken worden laat Wessel aan de interpretatie over.

filmstill Wessel Verrijt

Wat mij vooral opvalt is dat via de films de personages een affectieve werking hebben. De sculpturen bewegen en suggereren alledaagse gedragingen, rituelen, emoties, en interactie. De films demonstreren een schouwspel waar lichamelijke excessen, ego’s en beroering uitvergroot worden, “film heeft niet alleen de potentie tot het archiveren en het documenteren, maar ook het manipuleren.” Elke entiteit krijgt hierbinnen een eigen rol, binnen diens mogelijkheden en belemmeringen. Terwijl we in de ruimte de sculpturale elementen van de entiteiten bewonderen, gebruikt Wessel de films om te spelen met de narratieve en affectieve elementen van het theater. Binnen Wessels installaties staat het publiek letterlijk naast de sculpturen, maar is ook toeschouwer van diens affect. 

Satire als artistieke expressie en lichamelijkheid komen hier dicht bij elkaar. Door uitvergroting en ironie worden de sculpturen een soort spiegels voor gedrag. Hierdoor wordt het publiek uitgenodigd om zich opnieuw te verhouden tot ingesleten sociale gewoonten, normen en waarden. Wessel vergelijkt deze prikkelende functie van zijn personages met die van literaire archetypen als de schlemiel, Don Quichotte, en de nar. Ik vraag welk archetype hij nu het meest bij zich draagt en wat voor archetypen zijn werken zijn. Wessel denkt na en antwoord dat hij zich afvraagt of archetypen een goede benaming voor zijn werken is, “archetypen hebben een standaard narratief, een vaste geschiedenis.” Wat Wessels entiteiten gemeen hebben met Don Quichotte en de schlemiel is meer hun antagonistische maatschappelijke positie die dominante posities en gedragingen prikkelen. Dat Wessel geen vaste vorm voor zijn entiteiten wil, wordt wederom duidelijk. Daarentegen nodigt Wessel zijn publiek en omgeving uit om samen te werken aan nieuwe hoofdpersonen en nieuwe verhalen.

filmstill Wessel Verrijt

United Cowboys

Het Art House is gevestigd in het centrum van Eindhoven is de werkplek van United Cowboys. Het pand biedt ruimte aan kunstenaars voor onderzoek, ontmoeting en presentatie en heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld als internationaal platform. Het platform werkt expliciet interdisciplinair en begeeft zich, net als het werk van United Cowboys zelf, op het op het grensvlak tussen dans – performance en beeldcultuur.


Wessel Verrijt maakt een digitale presentatie als afsluiting van deze residentieperiode die vanaf begin mei te zien zal zijn. Op 27, 28, 29 en 30 april en 1, 2 en 3 mei is er de gelegenheid om individueel of in duo’s een professioneel studiobezoek te brengen en de resultaten van de residentie te komen aanschouwen. Tijdens deze bezoeken houden we de Covid-regels goed in acht. Aanmelden kan via wesselverrijt@gmail.com


Auteur: Hannah Kalverda